photosphere image

De zon is een gasbol die is doorweven met magnetische velden die in het inwendige ontstaan. Gigantische magnetische lussen breken door het zonneoppervlak en reiken helemaal tot in de buitenatmosfeer van de zon, de zogenaamde corona. Als ze sterk genoeg zijn, laten de magnetische bundels een donkere voetafdruk achter op het oppervlak van de zon, de fotosfeer. Zo'n voetafdruk wordt een zonnevlek genoemd en wordt letterlijk gezien als een donkere vlek. Zonnevlekken komen meestal in paren of grotere groepen voor: een magnetische lus heeft twee of meer voetpunten die een groep zonnevlekken vormen.

Deze magnetische bundels bevatten veel zonne-energie. Op een bepaald moment wordt de magnetische lus onstabiel en kan hij zijn energie niet vasthouden. Deze energie kan dan vrijkomen in de vorm van een lichtflits. Dit wordt een zonnevlam genoemd en is een ruimteweergebeurtenis. Zonnevlammen zijn de magnetische zonnemachines die het 'ruimteweer' maken. Om het ruimteweer te begrijpen, moeten we het gedrag van de belangrijkste speler, het magnetisch veld, begrijpen. En dat brengt ons bij zonnevlekken die juist plaatsen zijn met een intens magnetisch veld.



De zon gezien in EUV heeft een spectaculair uitzicht: magnetische arcades bewegen steeds en altijd, nooit zitten ze stil. Als er teveel magnetische energie wordt opgebouwd, kan de magnetische arcade een zonnevlam produceren. De arcade herstructureert zichzelf opnieuw in een stabielere configuratie. Maar hoelang duurt het tot de volgende explosie plaats vindt?

Hoe complexer de zonnevlekken van een groep, hoe groter de kans op een zonnevlam. Verder geldt ook dat hoe hoger het aantal zonnevlekken, hoe groter de kans is op een zonnevlam. Het aantal zonnevlekken lijkt een zeer goede maat voor de waarschijnlijkheid van zonne-explosies of zonneactiviteit.






Een proxy voor zonneactiviteit werd ‘gecreëerd’ op basis van de waargenomen zonnevlekken: de som van het totale aantal zonnevlekken plus 10 keer het totale aantal zonnevlekgroepen. Dit getal wordt het Wolfgetal genoemd. De zonnevlekkengetallen die door verschillende waarnemers op een bepaalde dag worden geteld, kunnen worden gecombineerd met een statistische methode om zo het dagelijkse internationale zonnevlekkengetal (ISN) te produceren, dat een idee geeft van hoe actief de zon die dag is. Dit dagelijkse aantal kan enorm variëren, maar de ISN varieert meestal volgens een cyclus van 11 jaar. Als we de ISN over een nog langere periode plotten, geeft dit ons een idee van de totale zonneactiviteit of het ruimteklimaat..

Het SILSO World Data Centre is verantwoordelijk voor het verzamelen van de waarnemingen en de tellingen van zonnevlekken van meer dan 80 waarnemingsstations wereldwijd, evenals voor het produceren van het internationale zonnevlekkengetal.